Menu Sluiten

Informatie over de operatieve correctie van de soepele knikplatvoet

@ Peter: Deze informatie is nagenoeg identiek aan de neurologische holvoet correctie, klopt dat?

Inleiding
In samenspraak met uw orthopedisch chirurg heeft u besloten een operatie aan de voet van uw kind te laten uitvoeren. De operatie is bedoeld om de platvoet te corrigeren en zo de klachten te verminderen en de voet beter schoeibaar te maken. Uw kind voor deze operatie 4 à 5 dagen opgenomen op de kinderafdeling van het Amsterdam UMC. Op deze pagina vindt u informatie over de operatie. Heeft u nog vragen na het lezen, stel deze dan gerust aan uw behandelend arts.

Operatie
Bij de operatie worden meerdere “kleine” operaties gedaan aan dezelfde voet. Bij een soepele knikplatvoet (FFF, flexible flat foot) zijn er een aantal afwijkingen die we corrigeren. Doel is om de voet beter in balans te krijgen en in een positie waarin deze beter kan worden belast en geschoeid.

1. Calcaneus Verlenging
Hierbij wordt de calcaneus (het hielbot) doorgezaagd en verlengd. Hierdoor wordt de buitenzijde van de voet teruggeplaatst richting de “normale” positie. De ruimte die ontstaat wordt opgevuld met donorbot. Een alternatief kan zijn om het op te vullen met eigen bot uit de bekkenkam.

2. Achillespees verlenging
Bij een knikplatvoet die klachten veroorzaakt is bijna altijd sprake van een te korte achillespees. Als de pees te kort is (dit bepaalt de orthopedisch chirurg tijdens het lichamelijk onderzoek), dan zal deze tijdens de operatie worden verlengd. Meestal lukt dat door 3 kleine scheurtjes te maken in de pees, waarna deze wat langer kan worden gemaakt.

3. Mediale Augmentatie
Aan de binnenzijde van de voet knikt deze. De spier die hier loopt (de tibialis posterior) is uitgerekt , net als het kapsel eronder. Tijdens de operatie worden zowel de pees als het kapsel ingekort / strakker gemaakt.

4. Plaatsen K draad in CC gewricht
Omdat het hielbot wordt verlengd komt het gewrichtje tussen de calcaneus (hielbot) en os cuboideum (teerling botje) onder spanning te staan. Om die reden wordt een ijzeren pinnetje (K draad) geplaats zodat dit gewrichtje niet uit de om gaat. Het draadje zal 6 weken blijven zitten en wordt tijdens een gipswissel op 6 weken na de operatie verwijderd.

5. Flecterende osteotomie cuneiforme mediale
Tijdens de operatie wordt duidelijk of de draaiing in de voet gecorrigeerd is. Als dat niet zo is wordt ook nog een wigje (donorbot) geplaatst op de voetrug, bij de overgang naar de grote teen. Hierdoor komt de grote teen verder naar de grond en wordt de voetboog nog verder gecorrigeerd en genormaliseerd.

Redenen om de operatie uit te voeren
De belangrijkste reden om de operatie te doen is verminderen van pijnklachten als gevolg van de platvoet. Soms zijn er drukplekken of blaren die hinderlijk zijn en kan het dragen van schoenen ook lastig zijn. Door de positie van de voet meer richting normaal terug te brengen verwachten we de klachten te verminderen.

Voorbereidingen voor de opname van uw kind
Na het operatieve vooronderzoek en wanneer ook de operatiedatum bekend is, is het handig om thuis alvast wat zaken voor te bereiden voordat uw kind wordt opgenomen. Dit is nodig omdat uw kind na de operatie 12 weken in het gips zit en daardoor met een loophulpmiddel moet lopen of met een rolstoel moet verplaatsen. Van deze 12 weken mag uw kind de eerste 8 weken de voet niet belasten. Het is raadzaam 1 week voor uw opname de noodzakelijke hulpmiddelen te regelen. Dit kan bij een thuiszorgwinkel bij u in de buurt.

Wat heeft u nodig?
Noodzakelijke hulpmiddelen:

  • Twee elleboogkrukken (neem deze krukken mee naar het ziekenhuis)
  • Een losse stoel om onder de douche te zetten
  • Een douchezak om over het gips te doen
  • Een rolstoel.

Aanvullende maatregelen:

  • Een voetenbank, zodat uw kind met het geopereerde been omhoog kan zitten
  • Verwijder losse kleden op de vloer
  • Gebruik een antislipmat in de douchecel zelf en in badkamer

Overige:

Soms zijn er nog andere zaken nodig om tevoren te regelen. Denk bijvoorbeeld aan vervoer naar school en in school.

De operatie
De operatie zelf duurt ongeveer 120-150 minuten. Uw kind wordt eerst van de verpleegafdeling naar de verkoeverruimte (uitslaapkamer) gebracht. Daar ziet u onder andere de anesthesioloog. Na een check brengt deze u en uw kind naar de operatiekamer. Daar is de chirurg aanwezig en nog een aantal andere personen die helpen bij de operatie.

Als uw kind slaapt wordt u weer teruggebracht richting verkoeverkamer/verpleegafdeling. Als uw kind weer op de verkoeverkamer ligt en stabiel is wordt u er weer zo snel mogelijk naartoe gebracht. Na de operatie spreekt u de arts en hoort u hoe de operatie is gegaan.

Uw kind kan na de operatie starten met het aanspannen en ontspannen van de beenspieren en het wiebelen van de tenen. Dit helpt tegen de zwelling van het been en vermindert de kans op trombose (een aandoening waarbij er bloedstolsels gevormd worden in de bloedvaten).

Na de operatie
De eerste dag
In principe komt ’s morgens komt de orthopedisch chirurg en een arts-assistent bij uw kind langs en bespreekt hoe het gaat. Heeft u vragen? Stel deze dan gerust. Er wordt, voordat uw kind naar huis gaat, een röntgenfoto gemaakt van de geopereerde voet en meestal wordt ook het gips gewisseld.

Pijnstilling
Uw kind krijgt medicijnen om de pijn onder controle te krijgen. Dit gaat in overleg met de anaesthesioloog (narcosedokter).

Antistolling
Na de operatie krijgt uw kind soms een injectie met het bloedverdunnend middel Fraxiparine. Dit is om trombose (stolsel in de bloedvaten) te voorkomen. Uw kind krijgt deze injectie dan gedurende de gipsperiode in principe 1 keer per dag. De verpleegkundige leert u tijdens de opname hoe u uw kind zelf kunt injecteren.

Fysiotherapie
De fysiotherapeut komt uw kind begeleiden bij het uit bed gaan. Ook geeft de fysiotherapeut instructies voor het lopen met krukken of looprek. Als uw kind thuis moet traplopen, leert de fysiotherapeut om dit veilig te doen. Het kan zinvol zijn om dit voor de operatie al te oefenen met een fysiotherapeut in uw woonplaats, zodat de revalidatie sneller gaat. Uw kind mag gedurende 8 weken niet op het geopereerde been belasten. De laatste 4 weken wel.

De overige dagen na de operatie
De verpleegkundigen helpen – waar nodig – bij de lichamelijke verzorging. Daarnaast verricht de verpleegkundige de nodige lichamelijke controles. De orthopedisch chirurg en/of arts-assistent komt in principe dagelijks langs om te vragen hoe het gaat en om vragen te beantwoorden.

Ontslag
Om na de opname naar huis te kunnen is het belangrijk dat:

  • Uw kind veilig kan mobiliseren. Eventueel met uw hulp. Idealiter met krukken, anders met een rolstoel.
  • De pijn onder controle is met “orale” pijnstilling (tabletten of een drankje)

Afspraken
Bij het ontslag krijgt u direct een afspraak mee, deze vindt plaats ongeveer 2 weken na de operatie. Op de gipskamer wordt het gips verwijderd en de wonden gecontroleerd door de arts. De hechtingen lossen meestal vanzelf op. Als de hechtingen niet oplossen worden deze ongeveer 2 weken na de operatie verwijderd tijdens de gipswissel.

Vervolgens wordt er weer nieuw gips aangemeten. Daarna krijgt u weer nieuwe vervolgafspraken mee. De volgende afspraken zijn gebruikelijk:

  • 6 weken na de operatie: dan wordt de K draad (het ijzeren pinnetje) verwijderd.
  • 12 weken na de operatie: dan wordt het gips verwijderd en maken we een röntgenfoto.
  • 16-20 weken na de operatie.

Complicaties/gevolgen
Ondanks alle voorzorgen blijft er een (kleine) kans bestaan complicaties. De meest voorkomende zijn:

  • Nabloeding (meestal in de eerste 24 uur).
  • Trombose. Aanspannen van de beenspieren vermindert de kans op trombose. Bij oudere kinderen kan het advies zijn om dagelijks een injectie te geven aan uw kind met een bloedverdunnend medicijn om de kans op trombose te verkleinen.
  • Wondinfectie: Een infectie kenmerkt zich door roodheid, pijn, zwelling en soms koorts.
  • Drukplekken ten gevolge van het gips: neem bij pijn en tintelingen altijd contact op met de gipskamer.
  • Zenuwbeschadiging: Gevoelsverlies in het geopereerde gebied (minder dan 1 % kans). Vaak herstelt dit spontaan binnen een jaar.
  • Krachtsverlies. Door verlenging van spieren kan de kracht minder worden. Meestal is dit weer goed te verhelpen met hulp van fysiotherapie.
  • Het kan zijn dat de botdelen langzamer dan verwacht aan elkaar groeien. Het herstel duurt dan langer en soms is een tweede operatie nodig. Dit is uitzonderlijk.
  • Het kan zijn dat er na de operatie pijnklachten blijven bestaan, of andere pijnklachten ontstaan. Gelukkig is ook dit veruit in de meeste gevallen niet zo.
  • CRPS (complex regionaal pijn syndroom). Dit is een ontregeling van de zenuwen waarbij de voet van kleur, temperatuur en haargroei kan veranderen. Er kan zwelling optreden en pijnklachten. Dit is een vervelende, maar uiterst zeldzame complicatie van een operatie.

Aandachtspunten bij en na ontslag

Wanneer contact opnemen met het ziekenhuis?
Bij ernstige roodheid, (toename van) wondlekkage, zwelling, pijn, aanhoudend kloppend gevoel, tintelingen in de voet/tenen of koorts (boven 38˚C) neemt u contact op met het ziekenhuis tel. 020-5669111. Vraag naar de dienstdoende van de afdeling Orthopedie en Sportgeneeskunde.

Benen bewegen
Het regelmatig aanspannen en ontspannen van de beenspieren en het wiebelen van de tenen helpt tegen zwelling van het been en vermindert de kans op trombose. Wanneer uw kind gaat lopen, zult u merken dat de zwelling in het geopereerde been iets toeneemt. Dit komt omdat het wondvocht dan naar de voet zakt. Dit is normaal na een operatie. Het is goed om regelmatig met het geopereerde been omhoog te zitten.

Medicijnen
Bij het ontslag krijgt u een recept mee voor pijnstilling en soms ook voor antistolling (bloedverdunners). U kunt de medicijnen zelf – laten – halen bij uw eigen apotheek. Uw kind neemt de medicatie op een vast tijdstip in. Verspreid de inname van de pijnstillers over 24 uur, bijvoorbeeld 3 keer per dag elke 8 uur. U mag de pijnmedicatie zelf verlagen als de pijn afneemt. Het antistollingsmiddel (de bloedverdunner) injecteert u indien geadviseerd 1 keer per dag gedurende de gipsperiode bij uw kind.

In het kort


Op de röntgenfoto: Voet waarbij we de K-draad (de witte lijn aan het einde vd pijl) in het CC gewrichtje is geplaatst.
Opnameduur: 4-5 dagen
Operatieduur: 120-150 minuten
Vervolgafspraken: Vier (2, 6, 12 en 16-20 weken na operatie)