Schwannoom
Achtergrond
Een schwannoom is een zeldzame tumor die ontstaat in de cellen van Schwann (celtype dat het beschermende omhulsel van zenuwen vormt), en ontleent hieraan ook zijn naam. Een andere, Engelse benaming is neurolemminoom. Het zijn dus gezwellen die in perifere zenuwen voorkomen. Dat zijn dus alle zenuwen, behalve de hersenen en het ruggenmerg. Doorgaans zijn schwannomen goedaardig, en ze worden slechts zelden kwaadaardig.
De meeste schwannomen (90%) komen op één plek voor en zijn niet erfelijk. Een veelvoorkomende plaats is de gehoorszenuw (brughoektumor). Als er meerdere schwannomen aanwezig zijn op jonge leeftijd, of in een familie meerdere mensen schwannomen hebben, dan wijst dit mogelijk op schwannomatose. Dat is een erfelijke aanleg voor deze tumoren.
De meeste patiënten met schwannomatose krijgen de eerste symptomen op volwassen leeftijd, met één of meer schwannomen die klachten geven. De gemiddelde leeftijd waarop klachten beginnen is rond de 25-30 jaar. Schwannomatose is verwant aan de aandoening neurofibromatose, waarbij er ook tumoren vanuit zenuwen kunnen ontstaan.
Klachten
De klachten hangen sterk af van de plaats waar het schwannoom zich bevindt. Soms zijn schwannomen als zwelling voelbaar. Ze kunnen ook tintelingen geven bij druk op het schwannoom. Er kan ook zenuwuitval optreden. Daardoor vermindert beweging van een spier, of het gevoel in een bepaald gebied door druk op de zenuw waar het schwannoom uit ontstaat.
Al met al zijn de klachten niet heel specifiek. Daarom kan het soms jaren duren voordat een schwannoom gediagnosticeerd wordt.
Diagnose
Een schwannoom is niet te zien op een gewone röntgenfoto. Daarom zijn onderzoeken als een MRI of CT scan zinvol. Indien het schwannoom zich aan de oppervlakte bevindt, kan het ook met een echo gezien en vervolgd worden.
Als er onzekerheid bestaat over de diagnose kan een stukje weefsel worden afgenomen voor onderzoek (dit heet een biopsie). De patholoog zal het weefsel onderzoeken om zo duidelijkheid te verschaffen.
Behandeling
– Afwachten en vervolgen: wanneer het schwannoom geen klachten geeft en op een lastig te opereren gebied zit, is het mogelijk de grootte te vervolgen. Indien het schwannoom groeit of meer klachten gaat geven, kan een operatie plaatsvinden. Een schwannoom kan door groei omringende weefsels wel opzij duwen of er enigszins in groeien, maar zal niet uitzaaien.
– Het doel van een operatie is het gehele schwannoom te verwijderen om klachten te verminderen en om weefsel te verkrijgen voor onderzoek. Hierbij is het uiteraard van belang om de functie van de zenuw te sparen.
– Bestraling is ook een optie indien het schwannoom door omstandigheden niet te opereren is.
Behandelresultaat
De lokale klachten zullen na een operatie verdwijnen. Er is echter wel een kans op complicaties, met name zenuwschade van de aangedane zenuw. Dat kan zich uiten als verminderde aansturing van een spier(groep) of afwezig gevoel in een bepaald gebied. Als de zenuw beschadigd wordt, bestaat er ook een kleine kans dat het zenuwuiteinde een pijnlijke zwelling vormt, een neuroom. Dit kan weer vergelijkbare klachten geven als het geopereerde schwannoom.