Menu Sluiten

Informatie over de halve tibialis anterior transpositie

Inleiding
In samenspraak met de orthopedisch chirurg heeft u besloten een operatie aan de voet van uw kind te laten uitvoeren. Deze operatie heet in medische termen een halve tibialis anterior transpositie, eventueel met een percutane verlenging van de achillespees. De operatie wordt in het volgende kopje uitgelegd. Uw kind wordt voor deze operatie één dag opgenomen in het ziekenhuis. Op deze pagina leest u informatie over de operatie. Heeft u nog vragen na het lezen van deze folder, stel deze dan gerust aan de behandelend arts, de verpleegkundige of doktersassistente.

Halve tibialis anterior transpositie (verplaatsing)
De tibialis anterior spier is een spier die begint bij het onderbeen, net onder de knie aan de buitenzijde van het scheenbeen en eindigt aan de grote teenzijde van de voetrug. Net boven de enkel verandert de spier in pees.
Bij de operatie wordt de helft van het peesje op de voetrug verplaatst, met als doel de balans te verbeteren in de voet. Er wordt een litteken gemaakt op de plaats waar het peesje aanhecht op het bot aan grote teenzijde van de voetrug. De helft van het peesje wordt losgemaakt. Een tweede litteken wordt gemaakt aan de voorzijde van het onderbeen, ongeveer 5 cm boven het enkelgewricht. De helft van het peesje wordt dan naar dit litteken getunneld. Vervolgens wordt een derde litteken aan de kleine teenzijde van de voetrug gemaakt en verplaatsen we het halve peesje hiernaartoe. Bij dit derde litteken vinden we een spiertje die we de peroneus tertius noemen. We hechten het halve tibialis anterior peesje hieraan vast, zodat de pees uiteindelijk minder hard trekt aan de binnenzijde van de voetrug en wat harden aan de buitenzijde. De voet komt zo beter in balans. De wondjes worden gesloten met oplosbare hechtingen. Deze hoeven dus niet verwijderd te worden.

Achillespeesverlenging
De Achillespees is het einde van de kuitspier tot aan de aanhechting op het hielbot. Meestal lukt het om de Achillespees langer te maken middels 3 steekgaatjes. Er wordt kleine littekens gemaakt in de huid over de Achillespees en dan worden in de Achillespees zelf een 3 tal scheurtjes gemaakt in horizontale richting. Dan “scheuren” we de pees wat langer.
Soms zal er worden voorgesteld om het litteken wat groter te maken zodat de pees middels een zogeheten “Z-plastiek” kan worden verlengd. Voordeel hiervan is dat eventueel het kapsel aan de achterzijde van de enkel losser kan worden gemaakt zodat er meer beweeglijkheid komt in het enkelgewricht. Voor de steekgaatjes zijn meestal geen hechtingen nodig. Indien wel, dan gebruiken we oplosbare hechtingen. Deze hoeven dus niet te worden verwijderd.

Redenen om de operatie uit te voeren
Halve tibialis anterior transpositie:
Bij een deel van de kinderen met een klompvoet (ongeveer 25%) is de voet niet helemaal “in balans”. Er bestaat een draaiing van de voorvoet en bij lopen wordt met name de buitenkant van de voet belast (kleine teen zijde). Ook bij omhoog bewegen van de enkel zie je de draaiing: de grote teen staat hoger dan de kleine teen bij heffen. Dit komt omdat de tibialis anteriorspier sterker is dan de spieren die deze spier weerstand bieden aan de buitenkant van de voet. De voet is dus niet in balans. Door de halve pees te verplaatsen wordt de tibialis anterior spier minder sterk (de grote teenzijde van de voet wordt minder krachtig omhoog getrokken) en de buitenzijde sterker (de kleine teenzijde wordt krachtiger omhoog getrokken).

Achillespeesverlenging:

Als de enkel onvoldoende kan worden geheven of gestrekt. Je ziet dan vaak dat een kind op de tenen loopt. Voldoende lengte is 10-15 graden met een gestrekte knie.

Voorafgaand aan de operatie:
Anesthesie-afspraak
Voor de operatie krijgt u een afspraak met de afdeling anesthesiologie. Deze afdeling zorgt voor de narcose tijdens de operatie. U krijgt informatie over wat dat precies in inhoudt en u geeft zelf informatie over de gezondheid van uw kind.

Planbureau
U wordt gebeld door het planbureau van het Dagcentrum voor een datum van de operatie. Deze datum plannen we in samenspraak met u. Heel zelden kan een operatie niet doorgaan door bijvoorbeeld ziekte van personeel.

Voorbereidingen voor de opname van uw kind
Na het operatieve vooronderzoek en wanneer ook de operatiedatum bekend is, is het handig om thuis alvast wat zaken voor te bereiden voordat uw kind wordt opgenomen. Dit is nodig omdat uw kind na de operatie 6 weken in het gips zit en daardoor met een loophulpmiddel moet lopen. Van deze 6 weken mag het de eerste 2 weken de voet niet belasten. Het is raadzaam 1 week voor uw opname de noodzakelijke hulpmiddelen te regelen. Dit kan bij een thuiszorgwinkel bij u in de buurt.

Wat heeft u nodig?
Noodzakelijke hulpmiddelen:

  • Een losse stoel om onder de douche te zetten
  • Een douchezak om over het gips te doen
  • Een buggy of rolstoel.

Aanvullende maatregelen:

  • Een voetenbank, zodat uw kind met het geopereerde been omhoog kan zitten
  • Verwijder losse kleden op de vloer
  • Gebruik een antislipmat in de douchecel zelf en in badkamer

Na de operatie
Als de operatie klaar is, wordt uw kind naar de uitslaapkamer gebracht. Na de operatie spreekt u de arts en hoort u hoe de operatie is gegaan. Uw kind kan na de operatie starten met het aanspannen en ontspannen van de beenspieren en het wiebelen van de tenen. Dit helpt tegen de zwelling van het been en vermindert de kans op trombose. Dit is een aandoening waarbij er bloedstolsels gevormd worden in de bloedvaten.

Pijnstilling
Uw kind krijgt medicijnen om de pijn onder controle te krijgen. Dit gaat in overleg met de anaesthesioloog (narcosedokter) en in samenspraak met u.

Fysiotherapie
Dit kan handig zijn voor de periode na het gips om het lopen goed aan te leren en de verplaatste spier goed te leren gebruiken.

De eerst dagen na de operatie
Het is goed om de eerste 2-3 dagen het been zoveel mogelijk hoog te houden, bijvoorbeeld op een bankje met een kussen. Het is de bedoeling dat de voet hoger ligt dan de knie, zodat de zwelling beperkt blijft. Staan op het gips mag pas vanaf 2 weken na de operatie.

Ontslag
Om na de opname naar huis te kunnen is het belangrijk dat:

  • Uw kind veilig kan mobiliseren. Eventueel met uw hulp. Idealiter met krukken, anders met een rolstoel.
  • De pijn onder controle is met “orale” pijnstilling (tabletten of een drankje)

Afspraken
Bij het ontslag krijgt u direct een afspraak mee, deze vindt plaats ongeveer 2 weken na de operatie. Op de gipskamer wordt het gips verwijderd en de wond gecontroleerd door de arts. De hechtingen lossen meestal vanzelf op. Vervolgens wordt er weer nieuw gips aangemeten – loopgips ! – en krijgt u weer nieuwe vervolgafspraken mee. De volgende afspraken zijn gebruikelijk:

  • 6 weken na de operatie: gips verwijderen en in de week erna start fysiotherapie.
  • 12 weken na de operatie

Complicaties/gevolgen
Ondanks alle voorzorgen blijft er een (kleine) kans bestaan complicaties. De meest voorkomende zijn:

  • Nabloeding (meestal in de eerste 24 uur).
  • Wondinfectie: Een infectie kenmerkt zich door roodheid, pijn, zwelling en soms koorts.
  • Drukplekken ten gevolge van het gips: neem bij pijn en tintelingen altijd contact op met de gipskamer.
  • Zenuwbeschadiging: Gevoelsverlies in het geopereerde gebied (minder dan 1 % kans). Vaak herstelt dit spontaan binnen een jaar.

Aandachtspunten bij en na ontslag

Wanneer contact opnemen met het ziekenhuis?
Bij ernstige roodheid, (toename van) wondlekkage, zwelling, pijn, aanhoudend kloppend gevoel, tintelingen in de voet/tenen of koorts (boven 38˚C) neemt u contact op met het ziekenhuis tel. 020-5669111. Vraag naar de dienstdoende van de afdeling Orthopedie en Sportgeneeskunde.

Benen bewegen
Het regelmatig aanspannen en ontspannen van de beenspieren en het wiebelen van de tenen helpt tegen zwelling van het been en vermindert de kans op trombose. Wanneer uw kind gaat lopen, zult u merken dat de zwelling in het geopereerde been iets toeneemt. Dit komt omdat het wondvocht dan naar de voet zakt. Dit is normaal na een operatie. Het is goed om regelmatig met het geopereerde been omhoog te zitten.

Medicijnen
Bij het ontslag krijgt u een recept mee voor pijnstilling. Uw kind neemt de medicatie op een vast tijdstip in. Verspreid de inname van de pijnstillers over 24 uur, bijvoorbeeld 3 keer per dag elke 8 uur. U mag de pijnmedicatie zelf verlagen als de pijn afneemt.

Hervatting bezigheden
Overleg tijdens de controleafspraak met uw behandelend arts wanneer uw kind school en/of sport weer kan hervatten. Meestal kan school of opvang in de week na de operatie weer worden gestart.

In het kort


Op de afbeelding: Schematische weergave van de operatie. De rode streepjes geven de incisies weer.
Opnameduur: 1 dag
Operatieduur: # minuten
Vervolgafspraken: Drie (2, 6, en 12 weken na operatie)